vrijdag 18 december 2009

Leuven hulp

Ik zie hier een ongelooflijk gemiste kans inzake titel.
Het lag zo mooi voor de hand.
Woordspeling
Parodie.

Project Runaway.

Jammer

De schoonheid van contradictie

Schoonheid is een groot woord.

Maar mijn voorliefde voor ironie wordt vaak gevoederd door wat ik zie rondom mij.

Website van De Morgen: "reconstructie dodelijk ongeval Torhout overgedaan". Bovenaan de pagina een banner met reclame voor Porche. Het filmpje toont een dergelijke wagen die door de velden scheurt.

Het rijk der ongeschreven regels

Studentenkamers zijn niet altijd geaccommodeerd zoals het hoort. Studenten zijn dan ook niet de meest kritische huurders. “Bezet” galmt het door de ijskoude gang, maar op hetzelfde moment zwaait iemand de toiletdeur open. Te laat. Hadden we maar een slot op onze deur. Kloppen, wachten op antwoord en dan handelen afhankelijk van dat antwoord aan de andere kant van de deur. Dat is de normale gang van zaken. Maar wat is normaal? Welke norm schrijft ons dit procedé bij het toiletbezoek voor?

Ongeschreven regels! Ongeschreven regels zijn de bakermat van ons sociaal bestaan. We omschrijven ons land maar al te graag als een ‘rechtsstaat’, een ‘democratie’ en uiteraard het mooie ‘constitutionele parlementaire monarchie’. Een voor een concepten die een vorm van wetten impliceren, wetten die wij als onderdanen van de drie gescheiden machten naleven met als doel niet gestraft te worden.

Maar de ware samenleving is te herkennen aan het wederzijdse respect dat we elkaar gunnen in de vorm van de ongeschreven regels. Er zijn er honderden, die we elke dag toepassen, en waar we elke dag zelf de begunstigden van zijn. Het rijk der ongeschreven regels is als zuurstof in de lucht, vanzelfsprekend. Af en toe treedt er echter een boosdoener op die ons eraan herinnert dat niet alles vanzelfsprekend is, het metaforische fijn stof van de samenleving zeg maar.
“Sorry” zeggen wanneer je per ongeluk tegen iemand aan loopt, een stap opzij zetten wanneer een jonge moeder met kinderwagen moet passeren, “dank u” zeggen in de winkel, een gevallen boodschappentas van een oude dame oprapen (en teruggeven!), darmen onder controle houden in het bijzijn van anderen. Het zijn acties die geen plaats hebben in ons wetboek en die niet bestraft worden als je het nalaat ze uit te voeren. Maar we doen het.

Noem het ‘medemenselijkheid’, ‘sociaal gedrag’, noem het ’normaal’. Ik noem het ‘ongeschreven regels’, fundamenten uit gewapend beton van de fragiele maatschappij waar vriendelijkheid soms ver te zoeken is.
Met dit alles in gedachten zou ik toch nog steeds een slot op die toiletdeur willen plaatsen, tegen het fijn stof.

maandag 23 november 2009

Scary Bitches

In tijden van veel werk en gebrek drive, grijp ik graag terug naar volgende muziek.
Het is fout.
Het is gruwelijk.
Het gaat over dood. Soms incest, soms bestialisme.
En misschien is er iets mis met mij, maar ik wordt er extreem vrolijk van.



zaterdag 21 november 2009

woord van de dag?

amfobie, een vrees voor kikkers?
ter ere van E. die bang is voor kikkers en nachtmerries heeft over uiteenspattende varianten.

woensdag 18 november 2009

Antichrist

Dit is geen recensie.

Ik was er naar uit aan het kijken. Eindelijk tijd gevonden om de nieuwe von Trier te zien.
Meer dan twee jaar geleden schreef ik mijn thesis over de "rukker van het witte doek" zoals de Deen zichzelf wel eens noemt. Toen al werd Antichrist aangekondigd. Maar net voor de thesis-deadline lees ik op een deense nieuwssite dat onze Lars in een depressie verzeild is en bijgevolg loopbaanonderbreking neemt. Ik wacht dus al lang. Maar hij is terug. En hoe.

Scandinaven functioneren goed na een mentale aandoening ten gepasten tijde zo blijkt. Strindberg is er niet het minste voorbeeld van. Maar de gelijkenissen tussen de twee zijn al genoeg aangehaald. Genoeg daarover dus.

Antichrist.

In de aanloop naar de lancering van het laatste geesteskind van von Trier las ik een hoop artikels. De meesten focusten zich op concepten als 'genitale verminking', 'depressie' en 'lust'.
Goed, die waren op afspraak. Maar laat ons vooral eens kijken naar AL de rest. DOP Anthony Dod Mantle, een habitué bij von Triers films, zag de samenwerking weer zitten en fotografisch is de film dan ook echt af. Wat had ik hier graag een foto onder geplakt. Van bijtend stil tot barok grotesk, tussen pijnlijke lust tot passionele verminking. Het klinkt niet direct als een uitnodiging (of toch).

Ik geef het volgende toe. Ik ben nog maar twee maal lichtelijk misselijk geweest na het zien van een film.
De eerste keer was na Requiem for a dream die ik ondertussen zo'n negen jaar geleden in de cinema zag. De eindmontage met neergang van de drie hoofdpersonages liet me achteraf spontaan iets heel sterk bestellen op café. Ik weet niet meer met wie ik naar de film gegaan was, maar wel dat die persoon dezelfde reactie had.
De twee keer bij Antichrist. Maar ondanks het wrange gevoel dat mijn maag in beslag had genomen, kon ik toch alleen maar zeggen dat het een schitterende film was. Ok , sommige beelden zullen me nog lang achtervolgen en ik loop nu al twee dagen in een wijde boog rond elke schaar heen, maar toch.

donderdag 5 november 2009

Delvaux revisited

Ik hoorde.


Niks.


Mocht ik in een café wonen, zou het "Spoor Zero" heten. Of toch als de eigenaar even weinig inspiratie had als die van de talloze "Spoor 11" of "Spoor 13" cafés. Ik woon naast spoor 1, moest het nog niet duidelijk zijn. Gevolgen hiervan zijn tijdelijke storingen in mijn sfeerverlichting en stukken van interessante tv-programma's die ik moet missen wegens voorbij donderende goederentreinen. Vannacht en vandaag....alleen stilte. Het maakt van mij bijna een aanhanger van het 'glas is halfvol'-principe, een optimist die in alles het positieve ziet, zelfs van een treinstaking...maar wees gerust, ik blijf mezelf.

Ik zag.


Bijna niemand.

Mijn immer grote journalistieke interesse dreef mij rond 18u naar het station Gent Sint-Pieters. Bevreemdend. Waar anders een stroom van mensen zijn weg naar de uitgang probeert te vinden (met een eenzame zalm die tegen de stroming in moet zwemmen), zag ik nu alleen enkele mensen die de catacomben onder de spoorlijn als gateway naar de achterkant van het station gebruikten. De vrouw op de l'Oréal reclame lijkt de enige te zijn die de treinstaking aan zich voorbij laat gaan. Ze blijft lachen. Voor modellen is het glas altijd halfvol.


Perrons verlaten. "Niet instappen" vertelt mij het bordje naast een verlaten trein. Foto's waard.


Paul Delvaux comes to mind. Ik weersta de drang een pastiche van zijn werk digitaal vast te leggen. Het regende. Het was te koud. Ik zou niet kunnen blijven lachen. Alleen perrons en treinen dus.













donderdag 29 oktober 2009

Blog made me do it

Het enige wat alle blogs verbindt is het egocentrische. "You end up writing about yourself" schrijft Andrew Sullivan in 'Why I Blog'.

Angst #1

De drempel die je over moet wanneer je deel wil uitmaken van het bloglandschap is dat je het lef - of durf ik zeggen de arrogantie - moet hebben om een blog te starten. "De wereld staat te springen om mij te lezen".
De oplossing? Sullivan schrijft "The message dictates the medium", maar we kunnen ook teruggrijpen naar het inmiddels klassieke concept van Marhall McLuhan : "The medium is the message". Deze veelgebruikte bedenking kan misschien soulaas bieden voor elk beginnend blogger. Wie een blog leest weet dat het een blog is. Klinkt logisch, maar zet alles ook mooi in perspectief. Als ik, volgens sommigen, mijn blog laat bestaan uit het neerschrijven van ergernissen, dan weten lezers ook dat dit een impulsief stukje ventileren is. Eureka, het is de schuld van het medium! Als ik contradicties schrijf, dingen zeg waar ik later spijt van heb....Blog made me do it.

Angst #2

Het ergste dat een blogger kan overkomen is dat ze genegeerd wordt, volgens Sullivan. Wat een deuk voor dat onvermijdelijk grote ego dat net was ontstaan bij de geboorte van je eigen blog. Wie zich door de angst van het beginnen bloggen had gesparteld, wordt vervolgens geconfronteerd met de onzekerheid van het vooropgestelde doel. Als klassiek schrijver is het doel misschien je werk gepubliceerd krijgen. Bloggen is zo direct dat dit doel volledig vervalt. Wat rest is de nood aan een lezer.

Twee angsten die misschien dezelfde zijn.
Toen ik met het bloggen begon, en oog in oog stond met Angst#1, moest ik denken aan iets wat ik las (in een echt papieren boek). In Nedstörtad Ängel van Per Olov Enquist stond volgende bedenking (vrij vertaald):



"De angst om gezien te worden, is dat niet dezelfde als de angst om niet gezien
te worden?"



(Enquist schreef hier in dit geval over een extreme vorm van een siamese tweeling, waarvan de zus Maria in het hoofd van haar broer Paqual gehuisvest was. Samen maakten ze deel uit van een rondtrekken circus/freakshow. Maar laat ons dat even vergeten.)

Het wrange gevoel dat gepaard gaat met het schrijven over jezelf (wat Sullivan ook erkent als het enige constante binnen het bloggen) vormt zich bij het bloggen onverbiddelijk om tot de angst om niet gelezen te worden, niemand te boeien, genegeerd te worden. Bloggen...puur masochisme?

Voor Angst #2 heb ik nog geen oplossing. Het minimale aantal lezers van deze blog baart mij op dit moment niet echt zorgen.

woensdag 21 oktober 2009

Outstanding

Ik hoorde.

Het journaal, maandag 15 oktober.
De twee Goedele's van het journaal in gesprek met mekaar. Goedele nummer twee (Devroy) komt uitleg geven over het Lange Wapper-referendum. In haar verslag parafraseert ze Bart De Wever met de woorden 'we zitten diep in de shit'.

Na het obligatoire zachte nieuws op het einde van het journaal, dat in dit geval ging over het 20-jarig bestaan van The Simpsons, sluit Goedele nummer één af met 'Cool, inderdaad', een poging Bart Simpsons te immiteren en het journaal op een luchtige manier af te sluiten.

Maar de hoofdvogel op vlak van onnodig Engelse woorden gebruiken in het journaal, werd geschoten tijdens het sportnieuws. Jenson Button wordt wereldkampioen F1 (het onderwerp laat me volledig koud) en in het bijhorend verslag spitsen mijn oren zich spontaan bij het horen van het volgende zinnetje: 'Jenson Button begon zijn seizoen outstanding...'
'Outstanding'? Niet 'schitterend', 'fantastisch', 'onverslaanbaar'. Nee, outstanding.

Ik heb niks tegen de Engelse taal, integendeel, ik hou ervan. Het is een mooie taal. Maar waarom 'outstanding'? De 'shit' en de 'cool' kon ik nog net aan, maar 'outstanding' is er serieus over. Het deed mijn maag samenkrimpen zoals dat ook gebeurt wanneer op Kanaal twee (blijkbaar heet het nu anders, sorry, ik kom achter) een psychologische thriller wordt aangekondigd en dit in het Engels gebeurt. Op zich geen probleem denk je. Wél als de voice-over verkiest de P in psychological uit te spreken met een kracht waardoor ik bijna speeksel-spetters uit mijn tv voel schieten.
Noem me nu geen taalpurist
We gebruiken allemaal Engels wanneer het niet nodig is, maar daarom moet dit niet in het journaal sluipen.

I have written (spreek vooral de W met kracht uit)

zondag 18 oktober 2009

Liefste Kinepolis

Liefste Kinepolis,

Ik zag.

In het kader van het filmfestival in Gent ben ik nog eens op bezoek geweest in een van uw filialen. Het was lang geleden en de nieuwe ingang: mooi, glamoureus, groot, ruim. Maar wat is die geur wanneer ik bewonderend rondloop als deze grootsheid? Opgewarmde popcorn zo blijkt. Een fenemoon zo oud als de filmkunst zelf denk ik bij mezelf, goed zo, traditie moet in ere gehouden worden.

Ik vond het niet erg om 20 minuten te wachten in een meute drummende mensen om binnen te mogen in de filmzaal. Vertraging overkomt de besten (vraag het aan de NMBS), en de film was goed dus daarover hoor je mij niet klagen. Wat me wel mateloos irriteerde was het feit dat de meute mensen rondom mij allemaal aan het eten en drinken waren. De man naast mij stond met een Carlsberg in de hand te klagen over de vertraging. Mijn persoonlijke afkeer van het Deense öl niet meegerekend, stond ik er toch van te kijken. Stond die man te wachten om een film te zien of was hij zich aan het voorbereiden op een avond stappen?

Goed, deuren gaan open, meute beweegt zich synchroon schommelend richting het grote witte doek. Oei, heb ik op iemands tenen getrapt? Hopelijk niet want wat er zich ook onder mijn rechter bevond kraakte serieus. Oef, het was maar een een lege doos popcorn. Een doos, op het tapijt gesmeten, vreemd. Volgende vreemde sensatie, nattigheid ter hoogte van mijn enkel. Ik kijk en een blik Carlsberg (ik verwijt niemand) botst nog na op vijf centimeter van mijn voet. Vuilbakken worden overschat zo blijkt.

Ik hoorde.

Eens gezeten, gefocust op het beeld overkomt me het bekende gevoel van irritatie. Naast mij een jongeman die zich lustig tegoed doet aan het eten van de populaire Buggles. De film was nog niet begonnen, maar blijkbaar was de man uitgehongerd, te horen aan zijn geschrok. Het enige geluid dat zijn eten kon overstemmen was het geluid die de zak maakte waar hij met regelmaat van de klok in graaide.
Achter mij een hoop mensen die het een pak nacho's delen. Daarnaast iemand die met een nooit gehoorde passie het laatste beetje cola uit zijn plastieken bekertje probeerde te slurpen met behulp van een rietje. Was er maar een andere manier om te drinken, gewoon beker aan de lippen en kappen maar. Zover was die blijkbaar nog niet geëvolueerd.

Ik was geïrriteerd.

Hoe is het mogelijk dat mensen blijbaar niet zonder eten of drinken (en dan nog van een bepaalde soort, van ergens bovenaan het topje van de voedselpiramide)een twee uur durende film kunnen doorkomen? Haalt kinepolis nog geld uit ticketverkoop of zijn de talloze voedsel- en drankmogelijkheden de oorzaak van hun omzet.
Ik pleit voor cinema's zonder eten of drank. Ik was blijkbaar in de minderheid afgaande op de consumptie tijdens die film die ik zag.

Ik heb geschreven.

Dexter

Met de overtolligheid waarmee nieuwe TV-programma's op ons afgevuurd worden, is het moeilijk nog eens een pareltje in de zee van verdorven oesters te ontdekken.

Nog moeilijker is het om een serie te vinden waar ook echt werk gemaakt wordt van de opening credits. In het televisielandschap dat gesatureerd is van mogelijkheden moet de zapper immers constant gevoed worden met nieuwe elementen. Een bij elke aflevering terugkerend voorfilmpje is dus een instant buzz-kill voor de kijker, en bijgevolg moet het dan ook rap gaan, snel herkenbaar voor de kijker, catchy. Done.

U voelt het al komen, er is er een waar werk van werd gemaakt. Het betreft hier de opening credits van de Showtime serie Dexter. Voor zij die de serie niet kennen, het gaat over een forensisch expert, bloedanalist, die zich naast de job bezighoudt met het uitmoorden van moordenaars die om de een of andere reden niet veroordeeld zijn. Crimesolver by day, koelbloedig moordenaar by night. De verschillende seizoenen zijn niet allemaal van hetzelfde niveau, zoals dit wel vaker voorkomt, maar de opening credits, daarvoor alleen al zou je kijken.

maandag 12 oktober 2009

2 films, 1 vorm van huisvesting

Omdat ik dan toch over integratie leuterde in mijn vorige blog zal ik daar maar eens wat filmmateriaal aan koppelen. O nee, geen recensieblog, gewoon films die de moeite waard zijn en waar je met een goed gevoel aan terug zal denken.

De eerste is Dans la vie van Philippe Faucon. Onder het motto "Kosher en Hallal" brengt deze film het verhaal van twee dames op leeftijd, de ene joods, de ander moslim. Hun levens worden door een van de dochters aan mekaar gekoppeld en de vrouwen delen min of meer een woonst. Een aanrader die kan omschreven worden als bij momenten komisch, soms pijnlijk, meestal realistisch.

Een tweede film die ik nog meer aanraad dan de eerste: The Visitor van Thomas McCarthy. Een andere setting dan de eerste film, andere culturele verschillen. Maar opnieuw komen twee culturen samen in de vorm van mensen die door het lot in één appartement komen te verblijven. Zowaar, deze twee films heb ik kunnen verbinden en ik ben zo tot één coherente blog gekomen op basis van huisvesting, als dat niet mooi is.

donderdag 8 oktober 2009

Battledress

Ik zag.

Tijdens een luchtscheppende pauze middenin een les mediakritiek zag ik iets dat me opviel. Het was niet de eerste maal dat ik dit fenomeen waarnam, maar het verwonderde me toch weer.
Even een kleine achtergrondschets. Ik kom uit Brugge. In het Venetië van het noorden (iemand noemde Venetië ooit het Brugge van het zuiden) is de moslimpopulatie niet bepaald groot. Het is nu eenmaal geen grote stad zoals Antwerpen of Brussel. Voor alle duidelijkheid, dit wil niet zeggen dat Islam me vreemd is, maar het kan verklaren waarom ik door het hieropvolgende fenomeen verwonderd was.
Goed. Pauze. Fenomeen.
Een Moslima wandelde voorbij, luidop aan het praten, zonder visueel waarneembare gesprekspartner, een tas in beide handen. Mysterie? Nee. Haar gsm zat mooi geplaceerd tussen hoofddoek en oor. Praktisch. Met mijn muts lukt het niet, empirisch onderzoek heeft het uitgewezen. Er wordt een fonds opgericht ter financiering van een nieuwe gsm.

Ik hoorde.

Tijdens een poging het papierwerk dat zich gedurende de voorbije weken op mijn bureau verzameld heeft te organiseren, hoorde ik op de achtergrond iets wat mijn aandacht trok, zeker na mijn waarneming van deze middag. Tussen het geluid van twee voorbijrijdende treinen door (wie in Gent Sint-Pieters op spoor één passeert, zwaai gerust), hoorde ik Jean-Marie Dedecker spreken over zijn nieuwe boek Hoofddoek of blinddoek (dit is GEEN reclame). In het boek haalt hij uit naar het migratiebeleid, de veel te lakse houding tegenover migranten enz. De man die het in de meeste gevallen moet hebben van krachtige slagzinnen noemde de hoofddoek "de battledress van de Islam". Ik zag meteen het beeld voor me van de Moslima die met vrienden of familie aan het bellen was. Was ze op oorlogspad? Vreemd, ik vreesde niet voor mijn leven.
Ik ben zelf geen Moslima en ben niet gelovig. Ik kan mij niet inbeelden dat een symbool mijn leven bepaalt. Aan de andere kant kan ik mij niet voorstellen hoe iemand zich kan storen aan een hoofddeksel. De vrouw die ik deze middag zag behandelde haar hoofddoek als een deel van zichzelf. Ze droeg die niet als onderdeel van een "battledress". Ze combineert haar geloof met het banale aardse electronicagebruik. Wie zegt dat integratie niet mogelijk is?

Ik heb geschreven.

Metablog

Bloggen.
Voor iemand die krampachtig de alomtegenwoordige lokroep van Facebook probeert te negeren, voor iemand die msn-gesprekken probeert te beperken tot het praktische, voor die persoon is het bloggen niet zo vanzelfsprekend.
Het emotioneel exhibitionisme dat er willens nillens mee gepaard gaat lijkt me vreemd. Maar goed, ik kan het beperken en niet mijn diepste zielenkronkels in de virtuele wereld tentoonspreiden.
Horen, zien en schrijven werd ze gedoopt. De eerste twee ben ik goed mee vertrouwd, de laatste?